|
||||||||
|
Pianist David Janeway (1954, Rochester, New York) begon zijn piano studie op zesjarige leeftijd. Hij werkte met Art Farmer, The Supremes, David “Fathead” Newman, Sonny Fortune, Dakota Staton en talloze andere musici. Het lag voor de hand dat David pianist werd want ieder lid van zijn familie speelde piano. Zijn zuster speelde veel Bach, zijn grootmoeder en moeder speelden Chopin en zijn vader speelde de muziek van George Shearing, hij had moeite om zelf aan bod te komen op de piano. Als teenager speelde hij piano bij lokale rockbands, het keerpunt in zijn muzikale carrière kwam toen hij 14 was en zijn vader hem meenam naar een concert van Oscar Peterson. In 2020 vormde hij een nieuw trio met bassist Cameron Brown en drummer Billy Hart dat ieder van deze veteranen een project gaf om naar uit te kijken gedurende de deprimerende dagen van de Covid pandemie. Billy Hart speelde met talloze grootheden in de jazz, inmiddels 83 klinkt hij nog steeds fenomenaal, ook Cameron Brown (78) is een gelouterd muzikant met een enorme staat van dienst. Na èèn repetitie en een korte serie optredens in club Mezzrow’s werd dit album in 5 uur opgenomen. Met zo’n imposante ritmesectie kan het eigenlijk niet mislopen maar ook Janeway is een echte klavierleeuw. Het album opent met “Martha’s Prize” van Cedar Walton, pure bebop met verve vertolkt door dit meesterlijke trio. “Fully Vaxxed” van Janeway representeert de opluchting en uitbundigheid toen er een covid vaccin verscheen en het ook nog werkte, het is tevens een soort van eerbetoon aan McCoy Tyner. “Two Timer” is een van de meest obscure van de 70 composities van Thelonius Monk dat hij overigens nooit heeft opgenomen. Janeway probeert nergens de typerende stijl van Monk te imiteren, de superieure solo van Brown draagt zeker bij aan het momentum van het nummer. “Star Crossed Lovers” van Ellington en Strayhorn is een heerlijke ballad die met veel liefde wordt vertolkt door dit supertrio. “K’s Shuffle” van Janeway is een heel ander verhaal, het is een uptempo nummer opgedragen aan de vreugdevolle en veerkrachtige geest van zijn echtgenote. Het biedt de drie muzikanten alle ruimte om er flink op los te gaan. Ook in Cole Portter’s “Night and Day” ligt het tempo hoog, deze versie is geïnspireerd op Joe Henderson’s energieke versie met McCoy Tyner en Elvin Jones, puur genieten zeker ook door het explosieve spel van Billy Hart. Ik ga niet alle composities bespreken, alleen de afsluiter, een van de vrolijke nummers van Monk “Bemsha Swing”, een spontaan tot stand gekomen versie in een keer opgenomen en daarmee een perfect slot van een prima album van een superieur pianotrio. Jan van Leersum.
|